Boxen, normen, of overtuigingen krijgen we mee van onze ouders en familie, maar ook uit onze cultuur. Omdat beide ouders vaak uit een andere omgeving komen met een ander verleden, kunnen die boxen met elkaar botsen. Om meer harmonie en wederzijds begrip in het gezin te brengen, is het goed om soms ook uit je box te kunnen stappen. Dat kan onwennig zijn, ook voor je omgeving. Het is dan fijn dat er iemand met je meekijkt en je coacht.

Een box kun je tevens hebben over hoe je moet omgaan met je kinderen. Daar heb je misschien vaste ideeën over. De praktijk vereist echter nuance en flexibiliteit. Het hang er vaak maar net vanaf wat er op een bepaald moment en bij een bepaald soort kind goed en nodig is. Het valt vaak niet mee om dat steeds af te wegen en in te schatten. Tijdens het OBIC traject leer je dit beter, sneller en automatischer te doen.

Ten slotte kun je zeggen dat ‘in de box willen’ energie kost. Als je bijvoorbeeld vind dat je niet boos mag zijn, dan wil je in de ‘aardig zijn’ box. Dan moet je je boosheid tegenhouden en aardig zijn forceren. Dat is vermoeiend.

In je centrum




In je centrum betekent dat je meer gaat leven naar wat goed is voor jou. Als ouder kun je soms zo bezig zijn met de ander, dat je jezelf wat kunt verliezen. Hoe goed het ook is bedoeld. Op termijn is dat voor niemand goed. Tijdens het OBIC- traject streven we ernaar om alle gezinsleden in hun eigen kracht te zetten, met een grotere mate van (emotionele) onafhankelijkheid en een liefdevolle verbinding.